PDF Opties

3. Risico's, onzekerheden en kansen

Deze Kadernota is net als vorig jaar opgesteld in een roerige tijd met veel risico’s en onzekerheden. Er is weinig tot niets bekend in hoeverre gemeenten de komende jaren compensatie zullen ontvangen voor gestegen kosten voor jeugdzorg en Wmo en voor klimaatbeleid. Inmiddels is wel duidelijk waar de economische gevolgen va de coronacrisis zich zullen voordoen. De economische krimp manifesteert zich op dit moment nagenoeg alleen bij bedrijven en organisaties die te maken hebben met de lockdown. De precieze impact is pas op termijn inzichtelijk. Met dat in het achterhoofd is het lastig keuzes maken en bezuinigingen met impact op inwoners en lastenverzwaring zijn de colleges met deze achtergrond een brug te ver. In de onderstaande opsomming brengen wij u -in aanvulling op de risico’s in de paragraaf weerstands-vermogen van de jaarrekeningen- nog enkele zaken onder de aandacht. Op de belangrijkste zaken gaan we onderstaand in:

  • De economische krimp als gevolg van de coronacrisis is naar de huidige beelden vooral sectoraal. Naarmate de maatregelen langer nodig zijn, wordt de krimp dieper. Dit kan ook grote lokale gevolgen hebben voor onze gemeente. Dit zijn in eerste instantie uiteraard de problematiek bij ondernemers en hun families, maar ook sociale problematiek die door corona minder zichtbaar is of juist verergerd wordt en bijvoorbeeld cumulatie van belastingschulden bij de gemeente. In de brieven aan de raden en de tussenrapportages 2021 zullen wij u steeds informeren.

  • Het herstel van bezoekersaantallen bij locaties met grote bezoekersaantallen zoals Purmaryn en het zwembad zal naar verwachting vele jaren vragen (vergelijkbaar aan bijvoorbeeld het openbaar vervoer). Deze locaties hebben bijvoorbeeld vanwege luchtinstallaties ook te maken met hogere kosten. Hoe dit precies gaat uitwerken is niet bekend, maar is zonder meer een risico te noemen.

  • De jeugdbudgetten stijgen als gevolg van prijs- en volumewijzigingen. Inmiddels is duidelijk geworden dat dit voor onze gemeente grote financiële gevolgen heeft. De begroting 2021 wordt aangepast met een bepaalde aanname voor kinderen in de jeugdzorg, maar we hebben gezien dat op soorten zorg en aantallen kinderen per kwartaal grote verschillen kunnen ontstaan.

  • Het AEF rapport over de uitgaven Jeugdzorg geeft aan dat gemeenten veel te weinig compensatie ontvangen voor deze in 2015 overgezette taken. Er is nog geen zicht op compensatie. Daarnaast is er nog onzekerheid over de stelpost nog te ontvangen Rijksmiddelen jeugdzorg (onderdeel algemene uitkering) voor de jaren 2022, 2023 en 2024. In de begroting is dit structureel doorgetrokken, maar zekerheid over de ontvangst van deze middelen is er nog niet. Dit gaat om € 1,8 miljoen voor Purmerend en Beemster samen.

  • De regeling kinderopvang bij een sociaal medische indicatie is een open einde regeling. Het gebruik trekt de laatste tijd sterk aan. Er wordt thans bekeken wat hieraan gedaan kan worden en wat de onderliggende redenen zijn. In de tussenrapportages wordt hierop teruggekomen.

  • De kostenstijging in de WMO door het uniforme abonnementstarief is het afgelopen jaar evident gebleken. De indruk bestaat dat deze door de coronacrisis is gedempt en dat het werkelijk effect nog groter is. Dat zal zonder wetswijzigingen of compensatie door het Rijk tot extra budgettair beslag leiden.

  • De kosten die mogelijk gemoeid zijn met de energietransitie zijn omvangrijk. In hoeverre deze deels door de gemeente moet worden gedragen is nog niet bekend; dit geldt ook voor de Rijkscompensatie. Wat betreft de pilot aardgasvrij is een bloksgewijze aanpak gekozen waarmee de risico van een budgetoverschrijding kan worden gestuurd.

  • Werkom heeft aangegeven een koerswijziging te willen omdat het afbouwen van de WSW (afname medewerkers met een beschutte baan) ervoor zorgt dat de omzet verminderd. Zij hebben aangegeven dat ze dit willen doen door de open vallende plaatsen in te vullen met mensen uit de participatie. Voor deze koerswijziging van Werkom is besluitvorming van de raad nodig. Voor deze beleidswijziging worden meerdere scenario’s uitgewerkt inclusief de optie om de huidige WSW-infrastructuur af te schalen. Voor 2022 ligt er een tekort op basis van het door Werkom voorgestaan beleid. Bij de besluitvorming over de koerswijziging wordt pas duidelijk of dit ook daadwerkelijk en in welke mate ontstaat.

  • Voor het nieuwe verdeelstelsel in de algemene uitkering begint naar verwachting voor de zomer een consultatieronde. De eerste beelden van het financiële effect voor beide gemeenten opgeteld, gaf geen reden tot zorg. Onduidelijk is nog wat dit betekent voor de samengevoegde gemeente. Afhankelijk van de snelheid van de kabinetsformatie, de consultatie van de ROB en gemeenten, het effect op de gefuseerde gemeente, de omvang van het fonds (koek moet groter) en de recente cijfers (nu 2017) is de verwachting dat in de meicirculaire 2022 duidelijk moet gaan worden wat de nieuwe gemeentefondsuitkering per gemeente gaat worden.

  • De opschalingskorting is door het Rijk in het gemeentefonds ingeboekt in de huidige accressen. In hoeverre een nieuw kabinet ingaat op de vraag van gemeenten om de opschalingskorting (deels) te schrappen is hoogst onzeker. Vanaf 2022 moet er nog € 675 miljoen van de opschalingskorting worden gerealiseerd. De oploop van de huidige opschalingskorting is voor de jaren 2020 en 2021 bevroren, maar daarmee is het inboeken van deze korting van € 160 miljoen uitgesteld naar 2022. In de Kadernota houden wij geen rekening met het afschaffen/bevriezen van de opschalingskorting, maar wordt de laatste tranche van de opschalingskorting in 2025 toegevoegd.

  • Het gemeentefonds is gekoppeld aan de brede Rijksuitgaven (zogenaamd normeringsystematiek ' trap op trap af'). Voor de jaren 2020 en 2021 is deze koppeling uitgezet vanwege de coronacrisis. Het is nog onzeker op en welk niveau de accressen voor 2022 en verder worden vastgeklikt en of dit nadelig of voordelig uitvalt ten opzichte van de bestaande ramingen. Ook een nieuw coalitieakkoord van de nieuwe regeringspartijen kan hier nog impact op hebben. Bij gebrek aan informatie zijn de accresreeksen uit de septembercirculaire 2020 aangehouden.

  • Het (voorlopige) nieuwe verdeelmodel en de overgangsregeling voor de integratie-uitkering beschermd wonen is gepubliceerd. Dit betekent dat de uitvoering van de taak beschermd wonen en de bijbehorende middelen over gaan van centrumgemeenten naar alle gemeenten, en de verdeling gaat van historisch naar objectief (vanaf 2023). De overheveling van de uitvoering van de taak beschermd wonen van centrumgemeenten naar alle gemeenten beperkt zich conform de bestuurlijke besluitvorming tot nieuwe cliënten en wordt in een tijdsbestek van 10 jaar geleidelijk gerealiseerd. Het nieuwe verdeelmodel heeft alleen betrekking op de nieuwe cliënten, de centrumgemeenten (w.o. Purmerend) blijven verantwoordelijk voor de bestaande cliënten. De verwachting is dat het ingroeipad (en bijbehorend budget) geleidelijk aan daalt tot en met 2028, en daarna stijgt naar eind 2032. De effecten hiervan worden naar verwachting verwerkt in de septembercirculaire 2021.

  • Het huidig beeld is dat de Omgevingswet per 1 januari 2022 wordt ingevoerd. Om te kunnen voldoen aan de door de VNG opgestelde minimale actielijst voor implementatie van de omgevingswet, is het onvermijdelijk om een groot aantal noodzakelijke incidentele en structurele investeringen te doen en hiervoor in de begroting de benodigde financiële middelen op te nemen. Hiervoor wordt in dit voorstel een aanname gedaan. Er is op dit moment weinig bekend over compensatie van de implementatiekosten en of de taakuitvoering in de nieuwe situatie binnen de bestaande begroting en de legesopbrengst kan worden uitgevoerd. Bij de uitwerking in de komende maanden moet hier meer duidelijkheid over komen.

  • Zoals bekend ziet het hoogheemraadschap wegenbeheer van de wegen in het buiten gebied niet meer als kerntaak en heeft aangegeven deze wegen te willen overdragen naar de gemeenten. Het hoogheemraadschap sluit convenanten met gemeenten om business cases te maken welke inzichtelijk maakt wat het betekent om deze wegen over te dragen. Naast de wegen gaat het ook om de bijbehorende bomen en overige inrichting. In Beemster is dit een omvangrijk areaal. Purmerend en Beemster hebben dit convenant ook getekend. Het hoogheemraadschap betaalt het onderhoud van de wegen voor een deel uit de bijdragen van gemeenten en voor een deel uit wegenheffing die het HHNK in rekening brengt bij de inwoners van de gemeenten waarvoor zij wegen in beheer en eigendom hebben. Bij het maken van een business case zal duidelijk worden wat de overname van deze taak precies betekent, ook de staat van de wegen wordt meegenomen. Pas als dit in beeld is kan er een besluit over genomen worden. Overname van deze taak zou kunnen betekenen dat er een verschuiving van belastingen plaatsvindt. Dit betekent dat de gezamenlijke OZB-opbrengst omhoog moet om de kosten van deze taak te dragen. Daar staat tegenover de wegenheffing die het HHNK in rekening brengt bij inwoners komt te vervallen.