PDF Opties

2. Het financieel perspectief

In november 2020 heeft u de begroting 2021 voor de gemeente Purmerend en Beemster vastgesteld. Sinds dat moment zijn er door beide raden diverse besluiten genomen en hebben zich diverse ontwikkelingen voorgedaan. Hierover zijn de raden in februari 2021 geïnformeerd middels een raadsbrief. In deze Kadernota wordt dit niet nog een keer uitgebreid toegelicht en verwijzen we u naar deze brieven. Kern van deze brieven was uiteraard: de nieuwe gemeenten krijgt veel te weinig Rijkscompensatie voor de taken Jeugdzorg, ook het abonnementstarief wordt onvoldoende gecompenseerd en de onrechtvaardige opschalingskorting verslechtert de financiële positie. In deze Kadernota hebben we voor de lastige vraag gestaan hoe hier mee om te gaan.

De colleges hebben te maken met nog meer onvermijdelijke ontwikkelingen en moeten vanwege de groei van stad en dorpen ook investeren in belangrijke zaken zoals de onderwijshuisvesting. Het ophogen van de lokale belastingen is voor de beide colleges geen begaanbare weg nu met de raden zo’n zorgvuldig proces van belastingharmonisatie is gevolgd. Daarom hebben de colleges voor deze Kadernota als eerste rekening gehouden met een verwachte Rijkscompensatie voor o.a. de jeugdwet en de Wmo van structureel € 2,5 miljoen vanaf 2022. Dat is ook een signaal naar het Rijk: deze middelen hebben we dit jaar al vanwege de Jeugdwet en de Wmo moeten bijramen: hier moet compensatie voor komen.

Daarnaast is er een dekkingsplan gemaakt bestaande uit voordelen voortvloeiend uit de jaarrekening 2020 en een kritische beschouwing van de bestemmingsreserves van beide gemeenten voor het incidentele tekort in 2022. Hierdoor ontstaat ruimte voor dekking van onvermijdelijke ontwikkelingen, essentiële keuzes en harmonisatiekeuzes in het kader van de fusie. In de onderstaande tabel zijn deze keuzes en harmonisatiepost opgenomen.

U wordt voorgesteld om de begrotingsuitgangspunten, onvermijdelijke ontwikkelingen (inclusief fusiegevolgen), belastingharmonisatie en het dekkingsplan te verwerken in de meerjarenbegroting 2022-2025.

De (essentiële) keuzes van beide colleges worden ter bespreking voorgelegd, maar nog niet verwerkt in de meerjarenbegroting. Dat vindt pas plaats bij de besluitvorming over de programmabegroting 2022. Wel wordt na uw besluitvorming het lopende begrotingsjaar verwerkt in de begrotingen van Beemster en Purmerend. In de bijlage worden voorstellen voor de zogenaamde budgettair neutrale wijzigingen gepresenteerd. Het gaat dan bijvoorbeeld om subsidies die worden ontvangen waar even hoge uitgaven tegenover staan, budgetten die worden overgeheveld naar een ander programma, budgetten waar dekking uit een heffing tegenover staat. Ofschoon deze aanpassingen geen effect hebben op het financieel perspectief valt de vaststelling onder het budgetrecht van de gemeenteraad.

Samengevat ziet het beeld van de meerjarenbegroting er als volgt uit:

(+/+ = voordeel en -/- is nadeel, bedragen maal € 1.000)

2021

2022

2023

2024

2025

Gezamenlijk vertrekpunt Kadernota 2022 Purmerend/Beemster

-682

-928

642

2.521

2.475

A. Begrotingsuitgangspunten

320

96

93

89

-620

B. Onvermijdelijke ontwikkelingen

257

-1.248

-397

-360

-869

C. Essentiële keuzes:

Groei van stad en dorpen: organisatie

1. Structurele inzet agrarische vraagstukken

-

-33

-106

-109

-112

2. Voortzetten Samenwerkingsagenda ZaWa

-50

-50

-50

-50

-50

3. Ontwikkeling organisatie groei van de stad

-

-502

-488

-466

-504

4. Transitie Lokale Jeugdzorg

-225

-500

-615

-615

-

5. Extra preventie schulddienstverlening

-159

-164

-168

-173

-178

Groei van stad en dorpen: voorzieningen

1. Onderwijshuisvesting: Integraal HuisvestingsPlan (IHP)

-30

-1.503

78

-1.586

-2.275

2. Schoolplein Bloeiende Perelaar

-

-5

-5

-5

-5

Groei van stad en dorpen: kwaliteit openbare ruimte

1. Parkenplan: ontwerpen Leeghwaterpark en Park de Noord

-70

-30

-

-

-

2. Verbeterslagen beheer openbare ruimte

-

-196

-46

-45

-45

3. Herinrichting openbare ruimte Van Brug tot Brug

-

-11

-28

-32

-32

4. Groenplan 409 bomen in Beemster

-448

-

-

-

-

Totaal C. Essentiële keuzes

-982

-2.993

-1.428

-3.081

-3.200

Stand kadernota 2022 na onvermijdelijke ontwikkelingen en essentiele keuzes

-1.406

-5.168

-1.183

-919

-1.594

D. Fusiegevolgen onvermijdelijk en keuzes

-

-340

-172

-283

-364

E. Dekkingsplan

1.094

5.476

2.863

2.700

2.700

Stand kadernota 2022 na fusie en dekkingsplan

8

63

1.601

1.587

122

Gezamenlijk vertrekpunt Kadernota 2022 Purmerend/Beemster

Als eerste presenteren wij u een bijgesteld beeld na aanleiding van de reeds genomen (onvermijdelijke) besluiten door de colleges en raden van Beemster en Purmerend. Dit is het vertrekpunt voor deze kaderbrief. Dit betreft de raadsbesluiten sinds de 2e tussenrapportage 2020 én de structurele doorwerking van de 2e tussenrapportage 2020. Bij de aanbieding van de Programmabegroting 2021 aan beide raden waren nog veel zaken onzeker. Hierover bent u geïnformeerd middels een aparte raadsbrief in februari 2021. Wij hebben u toen de volgende financiële posities per gemeente gemeld:

(+/+ = voordeel en -/- is nadeel, bedragen maal € 1.000)

2021

2022

2023

2024

2025

Stand programmabegroting 2021 Purmerend

34

2.222

3.071

4.331

4.374

Stand programmabegroting 2021 Beemster

87

802

1.056

1.512

1.512

Onvermijdelijke ontwikkelingen/reeds genomen college/raadsbesluiten Purmerend

-588

-3.499

-3.081

-2.670

-2.760

Onvermijdelijke ontwikkelingen/reeds genomen college/raadsbesluiten Beemster

-215

-453

-405

-652

-650

Saldo start Purmerend gezamenlijke Kadernota 2022

-554

-1.277

-9

1.661

1.614

Saldo start Beemster gezamenlijke Kadernota 2022

-128

350

651

860

862

Gezamenlijk vertrekpunt Kadernota 2022 Purmerend/Beemster

-682

-928

642

2.521

2.475

Het kan voorkomen dat er afrondingverschillen optreden ten opzichte van deze brieven. De begrotingssaldo's van beide gemeenten is het gezamenlijke vertrekpunt voor deze Kadernota 2022. Deze onderdelen worden niet nogmaals toegelicht, maar onderstaand hebben we nog wel de samenstelling van de bedragen vermeld in twee tabellen.

GEMEENTE PURMEREND (bedragen x € 1.000)

2021

2022

2023

2024

2025

I/S

PRG

Stand programmabegroting 2021

34

2.222

3.071

4.331

4.374

Ontwikkeling Jeugdbudget (raadsbrief 1541448)

-2.413

-2.449

-2.486

-2.523

-2.523

S

2

Dekking stelpost prijs/loon inzetten indexatie jeugd (raadsbrief 1541448)

235

479

722

965

965

S

AD

Ontwikkeling maatschappelijke ondersteuning (HbH, begeleiding en overig),

(raadsbrief 1541448)

-1.168

-1.888

-1.885

-1.885

-1.885

S

2

Ontwikkeling werk en inkomen uitgaven (raadsbrief 1541448)

-1.900

-1.900

-1.900

-1.900

-1.900

S

2

Ontwikkeling werk en inkomen inkomensdeel (BUIG gelden) en stelpost (raadsbrief 1541448)

1.900

1.900

1.900

1.900

1.900

S

2

Werkom trajecten (raadsbrief 1541448)

95

95

95

95

95

S

2

Amendement flexdrempels Overlanderstraat (besluit 1527880)

-

-38

-38

-37

-37

S

5

Gemeentefonds: ontwikkeling september/decembercirculaire 2020 (raadsbrief 1531569)

2.635

236

348

517

517

S

AD

Overige effecten 2e tussenrapportage 2020 (besluit 1532421)

-258

-350

-353

-355

-445

S/I

div.

Actualisatie onderhoudsplannen (MJOP's) excl. verduurzaming (besluit 1534202)

286

416

516

553

553

S

div./7

Saldo start Purmerend gezamenlijke Kadernota 2022

-554

-1.277

-9

1.661

1.614

GEMEENTE BEEMSTER (bedragen x € 1.000)

2021

2022

2023

2024

2025

I/S

PRG

Stand programmabegroting 2021

87

802

1.056

1.512

1.512

integraal huisvestingsplan (IHP) incl. verduurzaaming (besluit 1538394)

-

-2

-2

-236

-235

S

2

Ontwikkeling Werk en inkomen (BUIG en Werkom trajecten), (raadsbrief 1540337)

-59

-59

-59

-59

-59

S

2

Ontwikkeling Jeugdbudget (raadsbrief 1540337)

-78

-78

-78

-78

-78

S

2

Ontwikkeling Maatschappelijke ondersteuning (HbH, begeleiding en overig),

(raadsbrief 1540337)

-155

-155

-155

-155

-155

S

2

Vaststelling Uitvoeringsagenda Duurzaamheid 2020-2022 (besluit 1457985)

-

-15

-

-

-

I

4

Verschuiving budget versterking agrarische sector (jaarrekening 2020)

-20

-70

-

-

-

I

6

Gemeentefonds: Ontwikkeling september/decembercirculaire 2020 (raadsbrief 1490822)

97

-73

-111

-124

-124

S

AD

Saldo start Beemster gezamenlijke Kadernota 2022

-128

350

651

860

862

A. Begrotingsuitgangspunten

Jaarlijks worden de uitgangspunten horende bij de kaderbrief vastgesteld door de raad en treft u deze aan in bijlage A. De financiële effecten hiervan zijn in de onderstaande tabel opgenomen.

A

Begrotingsuitgangspunten:

2021

2022

2023

2024

2025

I/S

PRG

1

Indexering subsidies (van 1,5% naar 2,5%)

-

-224

-227

-231

-234

S

2

2

Ontwikkeling lonen, werkgeverslasten (nieuwe CAO) en pensioen (premies)

-

-

-

-

-

S

AD

3

Opschalingskorting gemeentefonds

-

-

-

-

-706

S

AD

4

Financieringsmiddelen (aantrekken lang geld)

320

320

320

320

320

S

AD

Subtotaal A: begrotingsuitgangspunten

320

96

93

89

-620

1. Indexering subsidies

In de begroting hanteert Purmerend sinds 2017 een indexering van 1,5% voor de subsidies aan instellingen en vindt achteraf geen verrekening plaats als de index hoger en/of lager uitvalt. Bij een aantal instellingen (o.a. GGD, veiligheidsregio, veiligheidshuis, veilig thuis) wordt aangegeven dat de kosten meer stijgen dan de gegeven indexering voor prijzen en lonen. Deze maatschappelijke organisaties geven aan dat zij hun taken (die noodzakelijk zijn voor het goed functioneren van onze lokale gemeenschap) alleen kunnen uitoefenen met een adequate bekostiging en in hun bedrijfsvoering begint te knellen. De houdbaarheid van de systematiek is in 2017 getoetst aan deze prijzen van de overheidsconsumptie. De personele component is daarbij voor 70% meegenomen en de materiële component voor 30%. Deze toets is nogmaals gedaan met de cijfers uit het Centraal Economisch Planbureau (CEP) van maart 2020. Hieruit blijkt dat het gemiddelde over de jaren 2018-2021 uitkomt op een index van 2,8%. Er is reden om de indexering aan te passen. Het voorstel is hiervoor de komende jaren een bedrag van 2,5% te nemen.

2. Ontwikkeling lonen, werkgeverslasten en pensioenpremies

Jaarlijks wordt de indexering van lonen, werkgeverslasten en pensioenpremies geactualiseerd. De in 2019 afgesloten cao heeft een looptijd tot 1-1-2021. De nieuwe cao onderhandelingen worden gevoerd op de inzetbrief van de VNG: een loonbod op een nullijn, waarbij de fiscale aanpassingen die in januari 2021 op het loonstrookje te zien zijn, al voldoende compensatie zou bieden voor de prijsindexering. Aangezien er nog geen nieuwe cao is vanaf 1 januari 2021, heeft de loonkostenbegroting ruimte in 2021. De verwachting is dat we richting het voorjaar van 2021 hierover meer duidelijkheid kunnen geven. Voor 2022 heeft het ABP reeds een waarschuwing afgegeven voor een stijging van de pensioenpremie. Een indicatie over deze verhoging wordt medio 2021 verwacht en het definitieve percentage wordt eind 2021 bekend gemaakt. Voor deze Kadernota wordt er vanuit gegaan dat de stijging opgevangen kan worden binnen de begrote 3% per jaar voor loonsverhogingen en (pensioen-) premies werkgevers.

3. Opschalingskorting

Het Rijk heeft vooruitlopend op wetgeving over opschaling van gemeenten in 2015 een oplopende korting doorgevoerd op het gemeentefonds. Daarbij was de gedachte dat schaalvergroting van gemeenten leidt tot lagere kosten. De wetgeving is er niet gekomen. De korting is echter wel doorgevoerd in de Rijksbegroting en tot op heden niet teruggedraaid. Inmiddels is de opschalingskorting incidenteel teruggedraaid voor de jaren 2020 en 2021 als compensatie voor het wegnemen van financiële druk bij gemeenten. Vanuit de VNG wordt erop aangedrongen om deze korting structureel te schrappen. De bedragen tot en met 2024 waren reeds verwerkt in de begroting. Deze laatste tranchekorting in 2025 bedraagt € 706.000.

4. Financieringsmiddelen

De financieringsmiddelen leveren een structureel voordeel op van € 320.000. Dit voordeel is ontstaan door het aantrekken van twee nieuwe leningen van € 30 miljoen in december 2020 met een marktrente lager dan het door ons begrote rentepercentage. In deze Kadernota wordt nog uitgegaan van een renteomslag van 1,25%, waarbij de verwachting is dat voor de begroting 2022-2025 de renteomslag op 1% zal uitkomen. Dan wordt ook het effect op riool, afval en grondexploitaties (voordeel komt in die gevallen niet ten gunste van het begrotingssaldo) meegenomen.

B. Onvermijdelijke ontwikkelingen

Onderstaand treft u de weergave van een aantal ontwikkelingen sinds de vaststelling van de begroting 2021 dat voldoet aan het criterium onvermijdelijk en derhalve in de begroting dient te worden verwerkt.

B

Onvermijdelijke ontwikkelingen:

2021

2022

2023

2024

2025

I/S

PRG

1

Gemeentelijke bijdrage voor de Waarderingskamer en de Landelijke voorziening WOZ

-

-18

-19

-20

-21

S

1

2

Verkiezingen 2e kamer 2021 Corona-proof inrichting

-222

-

-

-

-

I

1

3

Aanvullend krediet Obs Wheermolen en tijdelijke huisvesting Weidevogels

(besluit 1542637)

-187

-400

-75

-73

-71

S/I

2

4

Verbouwing P3 (besluit 1541567) en betrekken Kerkstraat 18 bij Purmaryn

(besluit 1043164)

191

143

-9

2

11

S/I

2

5

Raadsvoorstel zienswijze kadernota GGD

-

-278

-278

-278

-278

S

2

6

Breder gebruik jongerencentrum Beeje Middenbeemster

-15

-10

-10

-10

-10

S

2

7

Kantplanken sportvelden

-

-19

-19

-19

-18

S

2

8

Invoering nieuwe regels regionale woonruimteverdeling

-13

-47

-47

-30

-30

S

3

9

Actualisatie opbrengsten parkeren

-996

-339

285

35

35

S/I

5

10

Revitalisering van Overwhere-zuid

672

161

140

120

-488

S

6

11

Grondverkoop J.P. Grootstraat

949

-

-

-

-

I

7

12

Actualisatie budget griffie

-16

-17

-

-

-

S

10

13a

Kosten waardenproces Beemster uit via herindelingsbijdrage

-105

-

-

-

-

I

AD

13b

Dekking waardenproces Beemster uit algemene reserve

105

-

-

-

-

I

AD

14a

Kosten implementatie omgevingswet

-380

-854

-796

-517

-428

S/I

Div

14b

Dekking structurele lasten via dekking leges

275

430

430

430

428

S/I

Div

Subtotaal B: Onvermijdelijke ontwikkelingen

257

-1.248

-397

-360

-869

1. Bijdrage gemeenten Waarderingskamer en landelijke voorziening WOZ

Tot 2019 werd de bijdrage van de gemeenten voldaan via het gemeentefonds. Met ingang van 2019 hebben alle gemeenten een factuur ontvangen van de Waarderingskamer voor hun aandeel in de totale gemeentelijke bijdrage aan de kosten van de Waarderingskamer en de kosten van de Landelijke Voorziening WOZ (LV WOZ). Dat aandeel wordt berekend op basis van het aantal WOZ-objecten in de LV WOZ op 1 januari van het jaar voorafgaand aan het jaar waarop de begroting betrekking heeft. Met deze gemeentelijke bijdragen was in de begroting nog geen rekening gehouden. Dit wordt nu gerepareerd door een structureel bedrag op te nemen vanaf 2021.

2. Tweede Kamerverkiezingen 2021

Voor de Tweede Kamerverkiezingen in maart 2021 zijn extra middelen beschikbaar gesteld in het gemeentefonds voor meerkosten met inachtneming van covid-19 maatregelen. De meerkosten omvatten aanbrengen van aanpassingen in de stembureaus (materialen inkoop, extra inzet personeel) en huren alternatieve locaties. Voor Purmerend gaat het om incidenteel € 222.000.

3. Aanvullend krediet OBS Wheermolen

Het IHP is meegenomen bij de essentiële keuzes in deze Kadernota. In Purmerend zijn twee projecten, namelijk de gedeeltelijke nieuwbouw van de Obs Wheermolen en het plaatsen van noodlokalen bij De Weidevogels, vanwege spoedeisendheid is dit begin maart reeds aan de raad aangeboden ter besluitvorming.

4. Verbouwing P3 en Kerkstraat 18

Voor verbouwingen van P3 en Kerkstraat 18/Purmaryn zijn in maart 2021 twee raadsvoorstellen ingediend. Deze verbouwingen worden binnen de begroting gedekt, maar hebben in 2021 en 2022 een voordeel op de kapitaallasten. Deze wordt hier thans ingerekend. Het financiële beeld is als volgt:

Omschrijving (bedragen x € 1.000)

2021

2022

2023

2024

2025

a. Verbouwing P3

- verbouwing poppodium P3 (krediet € 3 miljoen), kapitaallasten

-

-

-188

-186

-184

- extra uitgaven

-20

-

-

-

-

Beschikbaar budget P3:

- voordeel eigendomsoverdracht

178

185

191

198

204

- dekking begroting 2019

33

33

33

33

33

- huur muziekschool

-

14

43

43

44

Begrotingsruimte beschikbaar verbouwing Kerkstraat 18

191

232

79

88

97

b. Verbouwing Kerkstraat 18

- beschikbaar uit budget dagelijks onderhoud

-

5

5

5

5

- verbouwing Kerkstraat 18 (krediet € 1,5 miljoen), kapitaallasten

-

-94

-93

-92

-91

Saldo exploitatie via de algemene middelen

191

143

-9

1

11

5. Kadernota Gemeentelijke GezondheidsDienst (GGD)

ln de Kadernota van de GGD staat een aantal autonome ontwikkelingen voorzien van financiële kaders. Deze hebben een verhoging van de gemeentelijke bijdragen aan de GGD tot gevolg. Dit betreft ontwikkelingen binnen infectieziektebestrijding (IZB), jeugdgezondheidszorg (JGZ) en kantoorautomatisering. Ook is de loon- en prijsindex als autonome ontwikkeling opgenomen. Daarnaast is in de Kadernota 2022 het huidige project suïcidepreventie vanaf 2022 opgenomen. Dit betekent dat de bijdrage aan de Gemeenschappelijke Regeling voor de nieuwe gemeente wordt verhoogd met structureel € 278.275.

6. Gebruik jongerencentrum Beejee Middenbeemster

Het jongererencentrum Beejee in Middenbeemster wordt steeds vaker gebruikt en we zien ook de vraag naar het gebruik steeds meer toenemen. Niet alleen bij de jongeren, maar vooral ook andere groepen uit de Beemster weten de BeeJee te vinden. Dit zijn o.a. de Huiswerkclup, een kookactiviteit, muziekles, Wonenplus, JNO, MEE, naschoolse opvang, gymles (Blauwe Morgenster) etc. Ook is er een nauw contact met de speeltuinvereniging. Om gevolg te geven aan het breder gebruik zijn renovatie aanpassingen aan het jongerencentrum noodzakelijk. Beheerder Clup is verantwoordelijk voor het exploitatie en onderhoud van het gebouwtje Beejee. Hiervoor wordt de subsidie vanaf 2021 verhoogd met éénmalig € 5.000 (als eerste inrichting) en structureel met € 9.500 voor de brede openstelling en gebruik van dit jongerencentrum (exploitatie- en huurlasten).

7. Kantplanken sportvelden

De rechtbank heeft een uitspraak gedaan over de verspreiding van infill-materiaal buiten een kunstgrasveld. Het sportbedrijf van de gemeente Enschede is veroordeeld voor milieuvervuiling door rubberkorrels die buiten kunstgrasvelden van een voetbalvereniging terecht zijn gekomen. Het tegenhouden van rubber verspreiding valt onder de zorgplicht. Om deze (verscherpte) regelgeving niet af te wachten worden alle velden met rubbergranulaat in Purmerend en Beemster voorzien van zogenaamde ‘kantplanken’ waarmee feitelijk een gesloten sportomgeving ontstaat en verspreiding van rubber infill naar buiten de velden geminimaliseerd wordt. In Purmerend zijn vier sportparken (Flevostraat Rugbyclub, Van IJsendijkstraat vpv Purmersteijn, Westerweg vv De Wherevogels en Savannestraat FC Purmerend) voorzien van sportvelden met rubber-infill. In Beemster zijn dat er drie (Purmerenderweg ZOB, Insulindeweg SV Beemster en Jisperweg WBSV). De totale investering op al deze sportparken bedraagt € 170.000, die in 10 jaar zal worden afgeschreven. Voor de aanschaf en plaatsing van kantplanken zal de subsidie aan Spurd éénmalig verhoogd worden.

8. Regionale woonruimteverdeling

Het toewijzen van sociale huurwoningen van corporaties vindt plaats op basis van óf inschrijfduur óf urgentie. De sociale huurwoningen zijn schaars en de gemiddelde wachttijd voor een sociale huurwoning ligt in de hele regio Zaanstreek/Waterland boven de tien jaar. Ook kunnen er dringende situaties ineens ontstaan, dat niet iedereen zo lang kan wachten (bijvoorbeeld bij een relatiebreuk). Daarnaast kan de positie van starters ook een stuk beter. Om hieraan tegemoet te komen is er een nieuwe regionale set van regels en verdeling opgesteld door 15 gemeenten en 14 corporaties. Dit betekent dat er overeengekomen is dat naast de inschrijfduur, het zoeken en de situatie van de woningzoekende een rol gaat spelen bij toewijzing. Deze nieuwe verdeelregels brengen extra incidentele en structurele kosten met zich mee. Zo moeten aanvragen voor de toekenning van punten voor de situatie van de woningzoekende worden getoetst. Tegen het besluit op de aanvraag is bezwaar en beroep mogelijk. De toetsing zal centraal voor de 15 gemeenten worden uitgevoerd door een externe partij. Voor 2021 is er sprake van incidentele kosten van € 13.485 en vanaf 2022 structureel € 30.000.

9. Actualisatie opbrengsten parkeren

Uit de jaarrekening 2020 blijkt dat de opbrengst straatparkeren ongeveer € 1 miljoen lager uitvalt dan geraamd. Na analyse is de lagere opbrengst voor een groot deel was toe te schrijven aan de coronacrisis (voor ca. € 700.000) en voor het overige deel (€ 300.000) aan een diversiteit van oorzaken. Eén van de oorzaken blijkt dat als gevolg van ruimtelijke ontwikkelingen gereguleerde parkeerplaatsen met een hoog rendement ‘uit bedrijf’ zijn genomen zonder hierop de begroting af te ramen. Dit onderdeel levert een structureel nadeel op van € 300.000. Voor 2021 gaan wij er vooralsnog vanuit dat de coronacrisis eenzelfde effect zal hebben als in 2020. Dit, opgeteld bij het eerdergenoemde structurele effect betekent dat wij de parkeeropbrengsten 2021 met ca. € 1 miljoen moeten aframen.

De volgende situaties zijn van invloed op de bijstelling van de parkeeropbrengsten voor jaren 2022-2025. In 2022 is er de noodzaak (behoefte gemeente) en mogelijkheid (verhuurder) tot een nieuw contract te komen voor het parkeerterrein Kooimanpark (Wagenweg). Daarnaast zal de mogelijke uitkomst van de bewonersraadpleging uit de Bloemenbuurt gefaseerd gereguleerd kunnen worden in plaats van in één keer. Voor 2023 staat de oplevering van de Stadhuisgarage. Tevens staat een forse uitbreiding van betaald parkeren gepland voor Kop West (incl. havens) en Gors Noord (ten zuiden van de Waterlandlaan). Het verwachte moment voor invoering betaald parkeren is echter afhankelijk van het tempo waarin deze gebieden ontwikkeld worden. Ook is het aantal openbare parkeerplaatsen in de nieuwe situatie voor Gors Noord nog onduidelijk. De begroting is nu gebaseerd op het huidige aantal parkeerplaatsen.

De laatste tariefsaanpassing was in 2019, en alleen voor het centrumgebied. De tarieven voor 2022 zullen tegen het licht worden gehouden met het oog op de te bouwen Stadhuisgarage. Hierover zal een voorstel aan de nieuwe raad worden voorgelegd om een besluit te nemen over een tariefsverhoging vanaf 2023. Daarna worden de tarieven jaarlijks geïndexeerd. Tariefsverhoging op een eerder moment wordt, vanwege de coronacrisis, niet raadzaam geacht.

10. Revitalisering Overwhere-Zuid

De oorspronkelijke plannen van de revitalisering van Overwhere-Zuid dateren uit 2015. Toen zijn ook de benodigde financiële middelen in kaart gebracht en aangevraagd. De planning is uitgesteld om de werkzaamheden voor het Aardgasvrij maken van de wijk te combineren. Op deze manier konden de werkzaamheden voor de riolering en het Aardgasvrij maken gecombineerd worden om zo de overlast voor de bewoners te beperken. Inmiddels is een deel van de werkzaamheden in gezamenlijkheid met stadsverwarming uitgevoerd en is het eerste deel van de wijk als nieuw opgeleverd. Tijdens de werkzaamheden is onder andere geleerd dat het werk complex is omdat de wijk erg oud is en dat de samenwerking met de partner voor het aanleggen van het warmtenet heel veel afstemming vraagt. Het is nieuw en uniek in Nederland en dit kost leergeld.

Ten opzichte van het oude plan, waarvan een deel is uitgevoerd, zijn inmiddels zes jaar verstreken. In deze tijd is er een aantal zaken veranderd. Zo zijn er wijzigingen in wet- en regelgeving en in het gemeentelijk beleid, zoals onder andere op het gebied van verkeer, milieu, materiaal gebruik, grondwater, het gemeentelijk klimaatadaptatieplan, bomenplan en het groenplan. Daarnaast zijn er ook nieuwe inzichten ontstaan die maken dat de uitvoering van de nog geplande werkzaamheden een andere aanpak vereisen, daarom is een nieuwe projectaanbieding gemaakt. In deze aanbieding wordt uitgegaan van een groter gebied en worden meer zaken in de openbare ruimte aangepakt en vernieuwd dan in de oorspronkelijke plannen. Dit leidt tot een andere verdeling van de kosten.

Om de verbeteringen te kunnen doorvoeren is er geïndexeerd naar het huidige prijsniveau. Ook wordt uitgegaan van 15% onvoorzien (was 10%). Hiervoor is het nodig een extra krediet beschikbaar te stellen van € 6.361.637 voor de vervanging van het riool door een gescheiden rioolstelsel en herinrichting van de wijk Overwhere Zuid in samenwerking met stadsverwarming voor het aardgasvrij maken van de wijken. De bestaande exploitatiebudgetten dienen hiervoor als dekking.

Samengevat is het dekkingsvoorstel Overwhere-Zuid als volgt:

Totaal budget/

krediet

2021

2022

2023

2024

2025

2026

Lasten exploitatie revitalisering (x € 1.000):

Kapitaallasten kredieten riolering/wegen/OVL/straatmeubilair

3.362

-

-

-65

-129

-192

-255

Benodigd exploitatie groen en kunstwerken

1.928

-

-482

-482

-482

482

-

Totaal benodigd

-

-482

-547

-611

-675

-255

Dekking exploitatie revitalisering (x € 1.000):

Exploitatie riolering (voorziening rioolheffing)

-

-

40

80

120

159

Exploitatie wegen (vrijval)

2.411

672

576

579

583

-

-

Exploitatie groen en kunstwerken

269

-

67

67

67

67

-

Totaal gedekt

672

643

687

730

187

159

Saldo exploitatie via de algemene middelen

672

161

140

120

-488

-96

11. Grondverkoop J.P. Grootstraat 1

Door vertraging in een bestemmingsplanprocedure is de grondverkoop van de J.P. Grootstraat 1 in 2020 niet gehaald. De verwachting is dat deze oude taakstelling van de verkoop van de grond in 2021 wordt gerealiseerd.

12. Actualisatie budget Griffie

De budgetten van de griffie zijn geactualiseerd door:

  • formatie van de griffier Beemster vanaf 2022 over te hevelen naar Purmerend (tot 1-1-2022 gedetacheerd bij Beemster (besluit 1526231);

  • tijdelijke administratieve formatie-uitbreiding voor 12 uur in verband met de aanstaande fusie;

  • de verrekening aan te passen met facilitair voor de ondersteuning bij commissie- en raadsvergaderingen;

  • het budget advertentiekosten over te hevelen vanuit de griffie naar communicatie.

13a/b. Kosten waardenproces Beemster

Voor de kosten van het waardenproces die in 2018 en 2019 zijn gemaakt door Beemster is afgesproken dat Purmerend voorfinanciert en dat Beemster zijn frictiebijdrage na aftrek van de kosten van het waardenproces (€ 105.000) doorstort aan Purmerend. In de begroting van Purmerend is rekening gehouden met een frictiebijdrage van € 1.153.000 in 2021, maar nog niet met de aftrek van de kosten van het waardenproces Beemster. Daar er sprake is geweest van voorfinanciering via de algemene reserve, worden deze kosten van € 105.000 weer onttrokken aan de algemene reserve. Inmiddels is de frictiebijdrage in 2021 vanuit het Rijk door beide gemeenten ontvangen.

14a/b. Kosten implementatie Omgevingswet

Op 1 januari 2022 treedt de Omgevingswet in werking. De ambitie is om op tijd klaar te zijn voor de inwerkingtreding van deze wet. Uitgangspunt hierbij zijn de door gemeenten minimaal uit te voeren acties die in dit kader opgesteld zijn door de VNG. Het afgelopen jaar is er als gevolg van het beschikbaar komen van meer concrete informatie over dit onderwerp (o.a. van het KPMG, implementatie omgevingswet) en inzicht een meer accuraat beeld verkregen van de voor de implementatie van de omgevingswet benodigde financiële middelen. De kosten van het implementatietraject bij gemeenten worden geschat tussen de € 1 en € 1,7 miljard. Op basis van de minimale actielijst van de VNG is een doorrekening gemaakt van de benodigde financiële middelen, waarbij een onderscheid wordt gemaakt tussen incidentele en structurele kosten. Het accent ligt hierbij met name op de verdere ontwikkeling en implementatie van het digitale stelsel omgevingswet, het werken met het omgevingsplan en het goed neerzetten en inrichten van een beheersorganisatie voor het digitale stelsel (DSO) die de uit de omgevingswet voortvloeiende taken op een adequate wijze kan uitvoeren. Hiervoor zijn al de nodige acties ingezet.

In 2021 zal de organisatie worden opgeleid waarbij gebruik gemaakt wordt van de bestaande budgetten. Verder zal er gewerkt worden aan de aanpassing van de organisatie en de werkwijze zodat er zo goed mogelijk uitvoering kan worden gegeven aan deze wet. Dit jaar zullen de raden nog moeten beslissen over een nieuw participatiebeleid, adviesrecht van de raad, instellen commissie ruimtelijke kwaliteit en een nieuwe legesverordening. In dit laatste onderwerp zal ook aandacht worden besteed aan de gevolgen van de financiering van de ambtelijk inzet. Om te kunnen voldoen aan de door de VNG opgestelde minimale actielijst voor implementatie van de omgevingswet, is het onvermijdelijk om de onderstaande incidentele en structurele investeringen te doen en op te nemen in de begroting vanaf 2021 en verder. De structurele lasten zullen worden gedekt uit de leges.

Activiteit omgevingswet (bedragen x € 1.000)

2021

2022

2023

2024

2025

Plansoftware en software toepasbare regels

-205

-80

-50

-50

-50

Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO)

-115

-313

-322

-259

-267

Dgitaliseren bodemdossiers

-60

-

-

-

-

Formatie programmamanager omgevingswet + juridisch analist

-

-226

-232

-108

-111

Projectleider Transitie omgevingsplan + beleidsadviseur omgevingswet

-

-135

-92

-

-

Opstellen omgevingsvisie

-

-100

-100

-100

-

Totaal

-380

-854

-796

-517

-428

Wv. structureel

-153

-427

-389

-100

-

Wv. incidenteel

-227

-427

-407

-417

-428

C. Essentiële keuzes

Naast de onvermijdelijke ontwikkelingen hebben de colleges besloten ook een aantal zaken aan de raad voor te leggen die essentieel zijn voor de kwaliteit van de groei van de stad en dorpen. Deze hebben we geclusterd rond een aantal thema’s.

C

Essentiële keuzes:

2021

2022

2023

2024

2025

I/S

PRG

Groei van stad en dorpen: organisatie

1

Structurele inzet agrarische vraagstukken

-

-33

-106

-109

-112

S

9

2

Voortzetten Samenwerkingsagenda ZaWa

-50

-50

-50

-50

-50

S

10

3

Ontwikkeling organisatie groei van de stad

-

-502

-488

-466

-504

S

Div

4

Transitie Lokale Jeugdzorg

-225

-500

-615

-615

-

I

2

5

Extra preventie schulddienstverlening

-159

-164

-168

-173

-178

S

2

Groei van stad en dorpen: voorzieningen

6

Onderwijshuisvesting: Integraal HuisvestingsPlan (IHP)

-30

-1.503

78

-1.586

-2.275

S

2

7

Schoolplein Bloeiende Perelaar

-

-5

-5

-5

-5

S

2

Groei van stad en dorpen: kwaliteit openbare ruimte

8

Parkenplan: ontwerpen Leeghwaterpark en Park de Noord

-70

-30

-

-

-

I

6

9

Verbeterslagen beheer openbare ruimte

-

-196

-46

-45

-45

S

6

10

Herinrichting openbare ruimte Van Brug tot Brug

-

-11

-28

-32

-32

S

6

11

Groenplan 409 bomen in Beemster

-448

-

-

-

-

I

6

Subtotaal C: Essentiële keuzes

-982

-2.993

-1.428

-3.081

-3.200

In de inleiding hebt u de bijbehorende teksten bij deze keuzes kunnen lezen.

D. Fusiegevolgen

D1. Fusie: onvermijdelijke ontwikkelingen

Onderstaand treft u de weergave van een aantal ontwikkelingen dat het logisch vervolg zijn van de fusie per 1 januari 2022. Per onderdeel worden deze toegelicht. Deze behoren naar het oordeel van de beide colleges tot de onvermijdelijke gevolgen van de fusie.

D1

Fusie: onvermijdelijke ontwikkelingen

2021

2022

2023

2024

2025

I/S

PRG

1

Eliminatie dubbele kosten Beemster en Purmerend

-

1.798

2.068

2.049

2.061

S

10

2

Aanpassing algemene uitkering na fusie

-

-1.681

-1.717

-1.756

-1.791

S

AD

Technische harmonisatie:

3

Gelijkschakelen pensioenen (ex-) bestuurders

-969

47

47

47

47

S

10

4

Dekking gelijkschakeling pensioenen (ex-) bestuurders aan algemene reserve

969

-

-

-

-

S

10

5

Eliminatie DienstVerleningsOvereenkomst (DVO)

-

73

75

77

77

S

Overh.

6

Harmoniseren investeringsbeleid (ondergrens 50.000 euro)

-

-119

-86

-42

-

I

Div.

Subtotaal D1: Fusie onvermijdelijk

-

118

386

375

394

Algemene toelichting onderdelen 1 tem 6

Zoals bekend is de algemene uitkering van de nieuwe gemeente lager dan de som van de algemene uitkering van Purmerend en Beemster nu. Dit bedraagt € 1,7 miljoen lager in 2022. De oorzaak is het verdwijnen van een gelijk basisbedrag dat elke gemeente krijgt en de daling van de dichtheidsfactor voor de gezamenlijke gemeente. Dekking van dit bedrag kan plaatsvinden door de dubbele kosten van bestuur, organisatie en huisvesting af te ramen. Dit levert € 1,8 miljoen oplopend naar € 2,0 miljoen op. Ook zijn er besparingen op dubbel werk (€ 300.000), deze zijn echter al geraamd in de begroting 2020 van Purmerend. Bij de uitwerking van de fusie zijn ook enkele technische kwesties meegenomen. Zo is de dienstverleningsovereenkomst tussen Purmerend en Beemster verwijderd uit de begroting. Daarop ontstaat bij de ontvlechting een voordeel o.a. vanwege BTW. Daarnaast is vanwege het feit dat de gemeente een nog grotere gemeente is het minimumbedrag van investeren opgehoogd naar € 50.000. Hierdoor moeten enkele afwaarderingen plaatsvinden. Tenslotte dekt Beemster de pensioenen van bestuurders uit de begroting en Purmerend heeft hiervoor een voorziening getroffen. Het beeld is dat dit op termijn ook voor Beemster nodig zou zijn, reden waarom dit geharmoniseerd is. De vorming van een voorziening pensioenen voor bestuurders in Beemster vraagt een bedrag van € 970.000 die ten laste van de algemene reserve wordt gebracht. Per saldo heeft de technische samenvoeging een begrotingsvoordeel.

D2. Fusie: keuzes

Naast de onvermijdelijke zaken bent u de afgelopen maanden door de colleges en de stuurgroep geïnformeerd over diverse zaken met betrekking tot de fusie waarin een afweging mogelijk is. Het belangrijkste onderdeel was uiteraard de belastingharmonisatie. Maar ook op de diverse beleidsonderdelen zijn keuzes mogelijk. In de onderstaande tabel is het bedrag opgenomen dat behoort bij de belastingharmonisatie en is een stelpost opgenomen dat als taakstellend kan worden gebruikt voor de inhoudelijke harmonisatie.

D2

Fusie: fusiekeuzes

2021

2022

2023

2024

2025

I/S

PRG

1

Belastingharmonisatie

-

-208

-208

-208

-208

S

AD

2

Harmonisatie beleidsinhoudelijk

-

-250

-350

-450

-550

S

Div.

Subtotaal D2: fusiekeuzes

-

-458

-558

-658

-758

1. Keuzes belastingharmonisatie

Op 18 januari 2021 is in een gezamenlijke commissievergadering het voorstel van de colleges voor de belastingharmonisatie besproken. Over diverse onderdelen in het voorstel werd verschillend gedacht, maar over het geheel is sprake van een breed gedragen pakket dat wij in deze Kadernota ter besluitvorming voorleggen. Aan de raden worden daarom voorgesteld:

  • de opbrengst OZB woningen in de begroting 2022 met € 370.000 plus indexatie structureel af te ramen zodat de tarieven 2022 OZB in Purmerend niet stijgen als gevolg van de fusie.

  • in te stemmen met de invoering van een tarief voor eenpersoonshuishoudens en een tarief voor meerpersoonshuishoudens voor de afvalstoffenheffing in de nieuwe gemeente waarbij het tarief voor eenpersoonshuishoudens 80% is van het tarief voor meerpersoonshuishoudens.

  • in te stemmen met de invoering van een eigenarentarief voor de rioolheffing in combinatie met een grootverbruikersheffing niet-woningen vanaf 300 m3 watergebruik met een tarief van 75% van het eigenarentarief per eenheid van 300 m3 watergebruik.

  • een bedrag van afgerond € 103.000 mee te nemen als voordeel voor de begrotingsruimte vanwege de wijziging van de samengevoegde kostenopbouw rioolheffing en afvalstoffenheffing.

  • in te stemmen met de invoering van hondenbelasting voor de hele gemeente per 1-1-2022 met een vrijstelling voor het bezit van honden buiten de bebouwde kom.

  • de extra opbrengst ad € 50.000 voor hondenbeleid in Beemster te reserveren als budget op het overzicht algemene dekkingsmiddelen en aan de nieuwe gemeenteraad een voorstel te doen om de opbrengst hondenbelasting te koppelen aan de uitgaven hondenbeleid.

  • Voor de toeristenbelasting in te stemmen met het tarief 2022 voor de nieuwe gemeente Purmerend zijnde het tarief Beemster 2021 (2,25 p.p.p.n.) plus de dan geldende CPI index en hierdoor een opbrengst van € 28.000 mee te nemen in de Kadernota.

  • in te stemmen met de invoering van precariobelasting voor de hele gemeente per 1-1-2022 waarbij Beemster onder de tarifering van ‘overig Purmerend’ zal vallen en hierdoor een opbrengst van € 25.000 mee te nemen ten gunste van de begrotingsruimte.

In totaliteit is dit financiële effect € 208.000 nadelig. Zoals bekend zullen later dit jaar voorstellen aan u worden aangeboden voor de begraafrechten als de beheerverordening is geharmoniseerd. Ook voor de leges ontvangt u een apart voorstel waarin het onder meer gaat om de herschikking van de tarieven voor trouwen/geregistreerd partnerschap, tarieven huisvestingszaken en evenementvergunningen. Dit zal financieel van een beperkte orde zijn en technisch uitgewerkt worden. Van belang is met name de herziening van titel 2 (fysieke leefomgeving/ omgevingsvergunning). In deze titel zitten verschillen tussen beide gemeenten in de zin dat Purmerend kortingsbepalingen voor energiemaatregelen en groene daken heeft. Omdat titel 2 vanwege de inwerkingtreding van de Omgevingswet helemaal moet worden veranderd, is een extern bureau ingeschakeld. Zodra hier duidelijkheid over is, zal daar separaat met u over gesproken worden.

2. Keuzes harmonisatiebeleid

Voor de Kadernota zijn voorstellen geïnventariseerd waar beleidsinhoudelijke harmonisatie moet plaatsvinden. De eerste resultaten zijn samengevat:

- Harmonisatie subsidies (maatschappelijk werk, muziekschool, bibliotheek, werelderfgoed)

-76

- Werken in wijken/wijkkranten Beemster/dorpsmanager

-139

- Onderhoud bomen en groen en voertuigen naar niveau Purmerend

-429

- Plustaken Omgevingsdienst Beemster naar eigen organisatie

b.n.

De rode draad is derhalve een drietal thema’s. De colleges hebben geconstateerd dat met name waar het gaat om de harmonisatie van subsidies en beheer openbare ruimte nadere analyse nodig is. Daarna kan tot prioritering en fasering worden besloten. Dit zal worden gedaan in de voorstellen van de begroting 2022. Voor nu stellen de colleges voor een stelpost van € 250.000 in 2022 voor dit vraagstuk op te nemen. Omdat niet alles per direct hoeft te worden geharmoniseerd, is een groei van het budget ingerekend.

E. Dekkingsplan

De gemeenten zijn wettelijk verplicht een reëel sluitende begroting in te leveren. De colleges willen dat ook doen om zo de nieuwe gemeente goed van start te laten gaan. Deze Kadernota geeft richting. Er is een dekkingsplan gemaakt met een technisch karakter: herschikking van bestemmingsreserves en inrekening van enkele voordelen uit de jaarrekening 2020. Andere structurele posten waren overigens ook niet zichtbaar. Het opnemen van een post voor de verwachte Rijkscompensatie is een inschatting waarvan de colleges van mening zijn dat dit toch wel het minimale bedrag moet zijn waar gemeenten op mogen rekenen. De colleges vinden dit een behoedzame koers. En met dit beeld is het mogelijk te investeren in de stad en de dorpen en is er ruimte voor een goede inhoudelijke harmonisatie zonder belastingverhoging en inzet van de algemene reserve. Daarmee is er voor de nieuwe gemeente een goede start mogelijk. In hoeverre de ingerekende post Rijkscompensatie bewaarheid wordt, is afhankelijk van de kabinetsformatie. Er is afdoende tijd tot aan de vaststelling van de begroting in januari 2022 om hier naderhand nog keuzes in te maken. In de onderstaande tabel zijn de middelen van het dekkingsplan opgesomd:

E

Dekkingsplan

2021

2022

2023

2024

2025

I/S

PRG

1

Inrekening Rijkscompensatie Jeugdwet/Wmo

-

2.500

2.500

2.500

2.500

S

AD

2

Herschikking bestemmingsreserves

-456

2.226

-87

-

-

I

AD

3

Actualisatie kapitaallasten investeringen (jaarrekeningeffect 2020)

1.350

550

250

-

-

I

AD

4

Vrijval middelen werk en inkomen (jaarrekeningeffect 2020)

200

200

200

200

200

S

AD

Subtotaal E: Dekkingsplan

1.094

5.476

2.863

2.700

2.700

Algemene toelichting onderdelen 1 tem 4

De inrekening van de Rijkscompensatie is ingeschat op € 2,5 miljoen en is gelijk aan de bijraming 2021 van de Jeugdzorg in Purmerend en Beemster (brieven februari 2021). De herschikking van de bestemmingsreserves betreft voor Purmerend de reserves onderwijshuisvesting, regionale samenwerking Z/W en sociaal domein. Deze reserves zijn niet meer nodig nu de bijramingen van IHP, Jeugd en Wmo en regionale samenwerking ten laste van het begrotingssaldo plaatsvinden. Voor Beemster betreft het de reserves voornemens collegeprogramma, stelsel basisregistraties en rente gronden ZOB II. Deze reserves hebben een restantsaldo na de geraamde onttrekkingen in 2021. Daarnaast worden er in het dekkingsplan twee effecten uit de jaarrekening meegenomen: de grote investeringsopgave voor de komende jaren wordt gefaseerd uitgevoerd waardoor er een voordeel op kapitaallasten ontstaat. In de jaarrekening werd in Purmerend een voordeel zichtbaar op het beleidsveld werk en inkomen. Daar zitten zeker corona effecten bij, maar het is dermate groot dat de extra medewerkers voor vroegsignalering schulden (zie onderdeel essentiële keuzes) uit dit voordeel kunnen worden gedekt. Om die reden wordt een structureel bedrag van € 200.000 ingerekend.